Paul Hémery (1921-2006)
Expositie van 22 juni tot 1 september 2024
Hoewel hij geboren is in Tourcoing, is Paul Hémery een van de belangrijkste figuren van de Groupe de Roubaix, een informele groep vrienden, schilders en beeldhouwers die hun artistieke loopbaan begonnen zijn op de jaarlijkse Kunsttentoonstelling van Roubaix en in de galeries van de stad. Samen willen zij in de jaren na de Tweede Wereldoorlog de belangstelling voor de hedendaagse kunst opwekken in de regio Nord-Pas-de-Calais.
Van kleins af aan waagt Paul Hémery zich in Brugge aan de schilderkunst die hij serieus in praktijk zal gaan brengen
als autodidact aan het einde van de oorlog en vanaf 1949 exposeert hij zijn kunstwerken op de jaarlijkse Kunsttentoonstelling van Roubaix. In 1953 exposeert hij in de galerie Louis Parenthou, samen met Jean-Robert Debock, Jean Roulland en met Michel Delporte, met wie hij een hechte vriendschap opbouwt. In 1954 neemt hij deel aan de expositie Twaalf schilders in de galerie Dujardin, de eerste kleine tentoonstelling van de groep. Door zijn verhuizing naar Mouvaux in 1955 komt hij dichter in contact met de oudere schilders René Jacob en Maurice Maes, die de jonge kunstenaarsgeneratie graag een handje willen helpen. In hetzelfde jaar biedt het museum van Tourcoing hem en Delporte een mooie expositie aan en in 1956 wordt zijn werk geëxposeerd in de galerie Dujardin. De galeriehouder Léon Renar, die zijn galerie opende op aandringen van Paul Hémery, verdedigt het werk van de schilder tijdens diverse persoonlijke exposities in 1961, 1962, 1964 en 1966.
Hij wordt in die tijd ondersteund door de textielfabrikant en verzamelaar Philippe Leclercq, die enige tijd later gezelschap krijgt van Anne en Albert Prouvost, aan het hoofd van Peignage Amédée Prouvost in Roubaix, die werkelijke mecenassen zullen worden. Deze laatsten bieden hem een atelier aan in de Ferme des Marguerites op hun landgoed en Hémery legt hen al snel het idee voor hier een expositieruimte te openen: Septentrion, het kunstcentrum van Bondues-Marcq, wordt enige tijd later geopend en zal talrijke exposities organiseren. In 1970 krijgt hij van zijn mecenassen de opdracht voor een monumentale decoratie van 100 m2, De Geboorte van het licht, die in de ateliers van Le Peignage geschilderd en geïnstalleerd wordt. Deze zal in 1997, wanneer Le Peignage sluit, gekocht worden door de gemeente Roubaix en een nieuw plekje krijgen in het metrostation Grand-Place dat op het punt staat geopend te worden. De kunstenaar zegt zijn baan als politieambtenaar, die hij tot dan toe uitoefende in Tourcoing, op om zich volledig op de schilderkunst te richten. Hij is gefascineerd door de verzameling mineralen van het echtpaar Prouvost, die een ware inspiratiebron voor zijn abstracte doeken zal worden. Dit is het begin van zijn minerale periode, die hij in 1972 presenteert in Parijs, in de galerie Henri Bénézit. Gedurende de rest van zijn parcours wordt hij heen en weer geslingerd tussen figuratieve en abstracte kunst, waarbij hij pastel afwisselt met schemerige voorstellingen, om later terug te keren naar de olieverf, met kleurrijke door het ritme van de jazz geïnspireerde composities.
In de loop van de tijd heeft La Piscine een als referentie geldende collectie weten op te bouwen dankzij diverse schenkingen, maar vooral dankzij het door zijn vriend en schilder Michel Delporte in 2001 vermaakt legaat en de gulle gaven van de kunstenaar zelf in 2000 en 2002. Het museum stelt zo voor een even essentiële als miskende figuur uit de naoorlogse Noord-Franse kunstwereld opnieuw te ontdekken.
Commissariaat: Germain Hirselj, kunsthistoricus.
De scenografie werd gerealiseerd dankzij de gulle medewerking van verven Tollens.
Vernissage op vrijdag 21 juni 2024 vanaf 18.00 u.
Legende: Paul Hémery (1921-2006), De Winter, 1959. Olieverf op doek. 69,5 x 50,4 cm.
Roubaix, La Piscine – museum van kunst en industrie André Diligent Schenking van de kunstenaar in 2000.
Foto: Alain Leprince